Woonwijk Rabotsite

stedenbouwkundige voorstudie voor de site Rabottorens

Projectdata

Opdrachtgever: 
Stad Gent
Plaats: 
Gent
Ontwerp: 
2008
Status: 
gerealiseerd

Begin jaren 70 werden de Rabottorens in Gent gebouwd als uitwas van het modernistische ideaal. Drie hoogbouwflats in het groen vormden een reactie tegen de overvolle stad met problematische uitzichten, een tekort aan privacy, een ondermaats patrimonium, een gebrek aan open ruimte, enzovoort. Van dat ideaal werd slechts een banale en verwaterde versie gerealiseerd, die als het ware alleen de negatieve aspecten uitvergroot: een onbeheersbare open ruimte en een inspiratieloze stapeling van identieke woningen in torens die een brutale en radicale breuk in het stadsweefsel belichamen.  Bijgevolg kwamen de Rabottorens slechts in het nieuws als een stigmatiserend probleemgetto met tal van samenlevingsproblemen. De woningen voldeden niet (langer) aan de (kwaliteits-)normen voor sociale huisvesting.  En vooral bouwtechnisch is een grondige herstructurering onvermijdelijk.

Een open bouwblokkenmodel ligt aan de basis van deze studie. Door het blok te openen in de dwarsrichting worden moeilijke hoekoplossingen op een beperkte bouwdiepte van 68 m vermeden. Een monotone gevelwand aan zowel de Opgeëistenlaan als de Filips Van Cleefstraat maakt dan plaats voor een gevarieerder straatbeeld.  De buitenruimte is telkens opgespannen tussen de Opgeëistenlaan en de Filips Van Cleefstraat, met een grote openheid naar de buurt als gevolg.  De bezonning verbetert. 

In dit systeem van open bouwblokken zijn drie plekken van bijzonder belang: Griendeplein en Rabotpark vormen eindpunten van de nieuwe totaalfiguur. Een centrale publieke ruimte temidden van de nieuwe ontwikkeling voegt een extra woonkwaliteit in, en kan een verwijzing bevatten naar het historische tracé van de Lieve en de historische Rabottorens aan de overzijde van de Opgeëistenlaan valoriseren. Twee kopgebouwen worden enigszins afgezonderd van het bouwbloksysteem: een robuuste diepe bouwstrook met beperkte bouwhoogte aan het Griendeplein, en een transparante ondiepe hoge schijf aan de zijde van het Rabotpark in dialoog met het gerechtsgebouw. Door precies de kavelrand te volgen leveren ze twee karakteristieke kopgebouwen die de figuur verankert op de plek. De diverse publieke ruimten leidden tot een bijsturing van bouwdiepte en bouwhoogte, en bepalen zo de aanpalende woontypes. Het systeem van open bouwblokken wordt afgestemd op een gefaseerde vervanging van de bestaande woontorens. Om toren per toren te kunnen herhuisvesten en ontruimen is het noodzakelijk meer precies de huidige inplanting van de torens in rekening te brengen.  Drie kavels, waarop zich telkens één toren bevindt, introduceren een aantal schuine lijnen in het basisschema.

Het resultaat is een figuur van ± evenwijdige bouwstroken, waartussen zich publieke doorsteken en collectieve of private buitenruimtes bevinden. Door het knikken en kantelen volgens feitelijke randvoorwaarden leveren dwarse zichten veelal gesloten perspectieven op en geen volledige doorkijken.  De lange gevels worden als het ware een gevarieerde dwarsdoorsnede van het totaalproject in plaats van eentonige bouwblokranden. De hoge dichtheid vereist een onderling afstemmen van naburige gebouwen wat betreft bouwhoogte, bouwdiepte en woningoriëntatie. Het kan leiden tot een rijke variatie aan woningtypes en tot gedifferentieerde  buitenruimten.