Sinds de opening van de Schouwburg in 1920, heeft het gebouwencomplex een storm van aanb(r)ouwsels en renovatiegolven moeten doorstaan. Toegevoegde noodzakelijke functies zoals sanitair en onthaal zorgden voor een dichtslibben  en ‘aangroeien’ van de oorspronkelijk royale symmetrische figuur. Met aandacht en liefde voor de oorspronkelijke contouren en kwaliteiten kunnen we het theatergebouw terug in volle glorie herstellen, leesbaar maken, en tegelijk iets beter plaats bieden voor een ‘nieuwe buur’. We maken de oorspronkelijke contour van de schouwburg, met de zware bakstenen zijwanden, terug voelbaar aanwezig op de site als oorspronkelijke materie vol bouwsporen, als massieve getuigen van een eeuw lang publiek leven op de site. 

Naast de bestaande theaterzaal uit 1920 zal aan de ‘coté jardin’ een nieuwbouw verschijnen die ruimte maakt voor een genereuze entree met onthaal, een bruisend cultuurcafé als draaischijf van de hele site en een nieuwe theaterzaal met vlakke vloer.  Twee onthalende voorhuizen achter historische pleingevels en een logistiek ‘koetshuis’ werken als interface tussen de publieke ruimte en het hart van de site.  De publieksstromen krijgen in de renovatie van de site eindelijke de ruimte die ze verdienen en de integrale toegankelijkheid van de site wordt gemaximaliseerd.  Aan de ‘coté cour’ zal een rustige plek gemaakt worden met nieuwe ruimtes voor personeel en artiesten.

Het ontwerp zet nieuwe structuren bewust naast bestaande volumes.  Door de aanwezigheid van massieve bakstenen zijgevels van het oorspronkelijke Schouwburgvolume uit 1920 niet als barrière maar net als meerwaarde te zien, komen we tot een inspirerende en bevrijdende attitude tot het erfgoed.  Oud en nieuw gaan in open dialoog met elkaar.