Provinciehuis
studieopdracht voor de site, ruime omgeving en de renovatie en/of nieuwbouw van het provinciehuis Antwerpen
Projectdata
De provincie beseft ten volle het ongerijmde imago dat het bestaande torengebouw uitstraalt vis-à-vis de huidige organisatie en maatschappelijke context, en maakt in de projectdefinitie dan ook ruimte voor een zeer grondige ingreep.
Moet/kan het wel zo drastisch?
Een toren is zowat de enige oplossing die een groot programma kan combineren met een kleine voetafdruk die het groen op de site- dat ouder is dan de gebouwen zelf - vrijwaart. Bij nader inzien voldoet de bestaande toren op de schil na ook quasi aan wat een duurzame toren vandaag moet zijn. Het imago mag dan al versleten zijn, de gebouwen zijn dat zeker nog niet. Behoud van de toren zorgt op twee manieren voor een duurzame insteek: een onverbeterbare compactheid, en optimale recuperatie van de bestaande structuur.
We behouden bijgevolg de bestaande volumes, en ongeveer met hun huidig gebruik. In eerste lezing dus volledig behoud van het bestaande, opnieuw ingepakt met een duurzame schil en intern heringericht. Alle ontwerpenergie wordt ingezet voor een goed begrip van het bestaande en het preciseren van aanwezige architecturale kwaliteiten.
Bij nader inzien echter blijft niets hetzelfde: een duidelijke publieke doorsteek van Harmoniestraat naar park voedt een gemeenschappelijke publieke laag. Alle nevenvolumes en koppelstukken worden verwijderd, op de ene gemeenschappelijke laag na die wordt ingewerkt in het tuinlandschap. De positionering van de hoofdvolumes (toren, voorbouw en achterbouw) verandert daarmee totaal van karakter. De aaneengekoekte gebouwencluster wordt een samenspel van drie onderscheiden karakters, die zich zorgvuldig nestelen ten opzicht van de nieuwe doorsteek (of omgekeerd natuurlijk). Dit principe is flexibel en uitbreidbaar op langere termijn. Het provinciehuis is niet langer een manifest voor een nieuw soort stad, maar nestelt zich als een 'erf' of 'dorp' in de beschutting van het bouwblok.
De ontwerpstrategie vervangt dus het onderling opbod van twee tegengestelde en onverzoenbaar gewaande modellen (gesloten bouwblok versus modernistisch idioom), tot een tolerant stedelijk pluralisme met appreciatie voor de kwaliteiten van beide modellen, een modus vivendi die de spanning tussen beide koestert.