Masterplan Kallo
strategisch ontwikkelingsplan en beeldkwaliteitsplan van de open ruimte rond het polderdorp Kallo
Projectdata
De uiterlijke verschijning van Kallo is het resultaat van de inpoldering die in de 19de eeuw werd ondernomen. Het oorspronkelijke polderlandschap wordt gekenmerkt door enerzijds een ingenieus en fijn vertakt stelsel van waterkanaaltjes en kanalen en anderzijds door dijken waar Kallo zich als dorp op entte. Deze idyllische setting raakte hoe langer hoe meer en hoe hectischer gevat door de maalstroom van de ontwikkeling van Antwerpen. Het fort dat in de achtertuin van Kallo opdook lijkt wel een vroege aankondiging van de hedendaagse vloedgolf die rond Kallo heen trekt: snelweg, expressweg, spoorweglijnen, dokken, industriezones, sluizen, Liefkenshoektunnel, en de verhoogde Scheldedijk omcirkelen het dorp en snijden het af van het oorspronkelijke hinterland dat in ijltempo wordt omgezet in een industrieel-logistiek havenlandschap. Als was het om deze omcirkelende belegering te vervolledigen worden in het onmiddellijke ommeland van het dorp natuurcompensatiegebieden, elektriciteitscentrales, transformatorstations, golfterreinen en dies meer gedumpt. Binnen de korste keren zal Kallo worden verzwolgen in deze maalstroom en tot wrakhout gereduceerd.
Vandaag wordt het studiegebied gekenmerkt door het autistisch naast elkaar bestaan van verschillende ruimtelijke termen: (1) een introvert dorp, op dijken gebouwd, en met de rug naar het landschap gekeerd, (2) flarden van omliggend landbouwareaal, dat hoe langer hoe minder betekenis voor de landbouw heeft en hoe langer hoe minder verweven is met het dagelijks leven in het dorp, (3) omcirkelende infrastructuren die plompweg op het landschap zijn gelegd, geen enkele constructieve relatie met het landschap aangaan en Kallo afsnijden van de omgeving en het tot op zichzelf teruggeworpen enclave maken. Geen enkele van deze drie ruimtelijke termen is in dialoog. Elk van hen produceert overigens een eigen landschap. Het dorp breidt uit met verkavelingen en strooit voetbalvelden om zich heen. De expressweg en R2 genereren eigensoortige tentakels. Het landbouwgebied verschrompelt en verkruimelt door tegengestelde ontwikkelingen (natuurcompensatie én golf, electriciteitscentrale én toeristische infrastructuur, etc.)
De ruimtelijke ontwikkelingsstrategie die wordt voorgesteld voor Kallo is een trialoog: het in gesprek brengen en op elkaar afstemmen van de drie ruimtelijke termen: dorp, tussengebied en bovenlokale infrastructuur. De regie van deze trialoog wordt gevoerd door en in functie van het dorp. In plaats van drie naast elkaar bestaande termen, worden ze onderdeel gemaakt van één geheel, één drievuldigheid: het dorpsdomein, het omliggende dorpspark en de rand die dit geheel zowel van binnen als buitenuit afbakent. De analogie met het kasteeldomein spreekt voor zich (kasteel, kasteelpark, afbakening kasteeldomein die de horizon van dit eigensoortig universum bepaalt). De drie elementen maken één figuur (als een appel: klokhuis, vlees, schil), sterk genoeg om overeind te blijven in het havengeweld erom heen.